car crash

This weekend I was involved in a car crash. My partner was driving us southwards. As we came to a crossroads, another car, ignoring a give way sign, sped right in front of us. We hit it full on. It was thrown into a field, and we spun ending up some distance away facing west. There were two of us in our car, with our dog. There were five people in the other car, including one in a wheelchair. Amazingly, no one was hurt.

Various things have struck me about this experience all to do with safety. Firstly, that we have now forced our car manufacturers to produce cars that can bring its passengers through a crash of this magnitude without harm. Secondly, that because we and the other car have insurance, our car will simply be replaced. So that, sitting here now, it could almost be as if it had never happened. Again, our culture has managed to transform reality into virtuality.

Consider, by contrast, what has happened recently in Haiti. Poor people can’t afford insurance. So that when disaster strikes them, it is far from virtual. So that it becomes clear to me just how different my mindset is likely to be to that of a Haitian; how much his/her world must be one filled with anxiety, fear even. Whereas, cushioned by the wealth of the Western lifestyle, I live in a world in which the only fear is often some vague notion that something like cancer will get me one day… unless, of course, the great god Science should come up with a miracle cure.

How can someone such as I, living in the ‘virtual’ world, really comprehend the life of people living in the ‘real’ world…?

a review by Caroline Mullan…

A friend of mine, Caroline Mullan, emailed me a review of the Stone Dance and though I might have wished that she’d enjoyed the books more, I liked it enough to ask her if she would mind me putting it up on my site – and she was kind enough to agree.

(I have appended an extract from my email reply to Caroline as a comment on this post…)

The Stone Dance of the Chameleon – Ricardo Pinto (1999, 2004, 2009) – a review by Caroline Mullan

This is a very long trilogy, each volume of which has over 700 pages.

The first volume, The Chosen, was published in 1999, and my partner read it and was impressed (My partner is not often impressed). The second, The Standing Dead, came out in 2004, and I bought copies of the first two in paperback so that I would have the trilogy to read when the final volume appeared. The last, The Third God, was launched at Eastercon last year, by Ricardo in person, and we have the hardback Ricardo inscribed. So, I have read all three volumes back-to-back and feel entitled to an opinion.

I, too, am impressed. But I wish I liked them better.

We first meet our hero Carnelian aged 15, secure among his family in his childhood home, greeting unexpected visitors. With breathtaking speed his home is dismantled round him, and he embarks on the two thousand page journey across his world that will take him to adulthood, and bring him to full knowledge of good and evil. He travels as a child, initially, subservient to powerful others. Later he makes his own decisions and choices. Throughout, his acts arise from ignorance and hope, and are undertaken without knowledge or understanding of possible consequences. His journey has disastrous consequences for his world. (I think this is quite rare: Stephen King’s The Stand might come close, but even in fantasy few authors grant their protagonists such powerful destructive agency.) Carnelian’s journey and his world’s catastrophe proceed inexorably and entirely convincingly from their premises to their conclusions.

Carnelian himself is an ignorant, spoiled, self-indulgent brat who takes a very long time to grow up, and there were times when I wanted to throw the book across the room in order to avoid another episode of his repeated, tortured indecision. (Thinking as I write this, I realise that I should have more sympathy for someone refusing to grow up, but that was not how I felt at the time.) Even the best of the other characters
are scarcely more sympathetic, and the worst are fully-realised monsters of tyranny and cruel self-indulgence. The books are violent, unpleasant, and filled with people damaged physically and emotionally from living in a brutal and dysfunctional society, saturated with and fascinated by death and its surrounding rituals.

However brutal or macabre, Carnelian’s world is fully-realised, its landscape, people, economics, politics, sociology and iconography developed rigorously and convincingly as a fascinating, working world. It is this discipline, this rigour and this fascination (the fact that the book is science fiction, rather than fantasy, if you will) that kept me reading to the convincing and bloody end.

(In interviews, Ricardo tells us that he spent years in therapy in order to be able to complete these books. I first met him at the 2008 Eastercon, where we talked about reading Tanith Lee, and Jung, and I’m not in the least surprised.)

Despite taking twelve years to write, this trilogy is all one book. Despite being all one book, the three volumes are very good at taking their individual stories forward without requiring continuous checking back for detailed knowledge of the previous volumes. Technically, it may be one of the best-constructed trilogies I have ever read.

So I cannot in honour recommend you read this trilogy for enjoyment. But as a work of literary art, I think it will stand the test of time, and as an exercise in building and revealing a world it is superb, and on that basis I will recommend it unreservedly to those who read for those qualities. But make sure you can set aside long hours to read it. You will need them.

a Dutch interview…

This is an interview I did with Angeline Adams and that was translated by Remco van Straten for the Dutch magazine Holland SF whose editor (Roelof Goudriaan) has kindly allowed me to reproduce it here…

Ricardo Pinto: Meester van een Onvolkomen Wereld

Door Angeline Adams
Vertaling: Remco van Straten

Met zijn ongelijnde gezicht en getrainde lichaam is het haast onvoorstelbaar dat Ricardo Pinto bijna 50 is. Maar hij leeft gezond en is een actief beoefenaar van yoga en tai chi. Een lichte neiging om te beleren wordt gecompenseerd door zijn enorme enthousiasme en zijn vermogen om zich helder uit te drukken, en daarmee plaatst hij elke gesprekspartner op gelijkwaardige voet. Hij leeft comfortabel met zijn partner op het Schotse platteland, en is vooral ingenomen met de boekenplanken die hij niet zo lang geleden installeerde. “Die boeken zaten al in dozen sinds we vorig jaar uit Edinburgh verhuisden.”

Pinto leidt me naar zijn riante werkkamer. Een merkwaardig maar opvallend schilderij hangt boven zijn bureau, met daarop een man die een masker van klassieke schoonheid van zijn angstaanwekkend gezicht verwijdert. Pinto vertelt mij waarom het kunstwerk, geschilderd door een vriend, hem aansprak. “De meeste mensen vinden het schilderij onheilspellend, maar het stelt mij juist gerusthet toont hoe de werkelijkheid in elkaar zit.”
Hij grinnikt. “Of het kan natuurlijk zijn dat het, net zoals in het portret van Dorian Gray, de onrust die binnenin mij zit toont, zodat het niet op mijn eigen gezicht af te lezen valt.”

Voordat we met ons interview beginnen waarschuwt Pinto dat onze tijd beperkt zal zijn. Enkele weken daarvoor werd de rust ernstig verstoord toen een vrachtwagen zijn tuinhek plat reed, en werklui komen langs om de schade te herstellen. Dit illustreert de grote waarheid in het leven van de 48-jaar oude schrijver, dat de vrede van een thuis duur betaald wordt en maar al te fragiel is.

Met het verschijnen van The Third God bracht Pinto na meer dan 10 jaar noeste arbeid zijn Stone Dance of the Chameleon trilogie tot een einde. Het is het verhaal van Carnelian, een jongeling die opgroeit in ballingschap en dan in een luxueus bestaan wordt geworpen dat is gebouwd op het lijden en de exploitatie van anderen. Met het corrupte Eden van Osrakum verwijst Pinto allegorisch naar de relatie die het Westen heeft met de Derde Wereld.

Fantasy wordt veelal gezien aks ontspanningslectuur, en doorgaans hebben boeken in het genre geen verdere betrekking op onze eigen wereld. Maar Pinto gelooft niet dat boeken of auteurs zouden moeten worden beperkt door etiketten die worden opgedrongen door de markt. Dit standpunt is vooral relevant nu hij een nieuwe fase van zijn loopbaan ingaat, en bekijkt welke van een vloed aan ideeën in uiteenlopende genres hij als zijn volgende boek zal uitwerken.

“Ik wil niet worden belemmerd in wat ik mag schrijven en ik huiver bij de gedachte te worden geklassificeerd binnen dit of dat genre. Aan de andere kant is het moeilijk om zo’n positie in te nemen zonder andere genre-auteurs, en vooral de lezers, het gevoel te geven dat ze worden afgedankt, alsof ik tegen hun zeg dat ik niet meer bij hun wil horen, maar bij die ‘andere’ mensen. Ik heb een hoop energie verspild aan mijn frustratie met de limieten van het genre, en ik denk dat ze voortkomen uit de uiterlijke vorm van boeken; als objecten en, en dit is het belangrijkst, als handelswaar.”

Pinto hoopt dat de fantastische setting van de boeken hun waarde met betrekking tot universele menselijke problemen niet versluierd, aangezien hij zich betrokken voelt met hoe individuen worden gevormd door families en gemeenschappen door individuen.
“mijn boeken zijn beschreven als een mengeling van de Egyptische en Azteken beschaving, of als een mix van Romeins en Chinees, maar ik probeer dit soort aanduidingen juist te ondermijnen. De Stone Dance gaat over mensen en over de machtstructuren die ze opbouwen vanuit hun kindertijd en hun families. Deze patronen, die ze dan opdringen aan andere mensen en aan de wereld, moeten hun eigen onvolkomenheden compenseren.”

Pinto zelf is zich volledig bewust van zijn eigen compensaties, en de mythologie van zijn werk heeft een diepe persoonlijke laag. Carnelian’s reis door een verwarrende wereld reflecteert zijn eigen emigratie uit Portugal als kind in 1967 en zijn verdere jeugd in een grauw en afwijzend Schotland.
“De Stone Dance is deels een vorm van zelf-therapie. In feite keerde ik ermee terug naar mijn jeugd. Het idee van het achtergelaten Paradijs, het aflopen van een Gouden Eeuw, komt over de gehele wereld voor om de simpele reden dat iedereen het Eden van de kindertijd verlaat. In Portugal groeide ik dicht bij de zee op, met een bos aan één kant van ons huis en zon-overgoten weilanden aan de andere. Lange tijd was ik me enkel bewust van het licht, maar ondertussen groeide daaronder een duisternis die ons uiteindelijk in een soort ballingschap dwong.”

Ik vraag naar die duisternis, en verwacht een politiek getint antwoord. De ballingschap blijkt echter te bestaan uit een veel allerdaagser, maar even onconfortabele, realiteit. Pinto geeft aan dat zijn vader, zo lang als hij zich kan herinneren, nooit vrienden heeft gehad, en zowel zijn vader als hun relatie klinkt onrustig. Maar in plaats van uit te wijden over het gebrek aan geluk in het leven van zijn ouders, kiest hij ervoor de oorzaak ervan uit te leggen.
“Mijn ouders hadden beiden een erg moeilijke jeugd. Mijn grootvader van vader’s kant vocht in de loopgraven van de Eerste Wereldoorlog – een joch van 17, weggerukt uit een plattelandsydille naar een oord waar hij vluchtend voor de artillerie over de hoofden van de doden struikelde. Mijn moeder’s moeder overleed kort na haar geboorte, en nadat haar vader ook verdween werd de zorg over haar en haar broers en zussen overgelaten aan een oudere zus. Een groot aantal demonen vonden zo hun weg naar mijzelf door beide lijnen van mijn familie.”

Oorlogsverhalen van drie generaties terug lijken dan misschien niet relevant, maar Pinto transformeerde ze in het intens geweld en de gruwelen die te vinden zijn in zijn werk. Hij toont miljoenen Sartlar slaven, vermalen tot pulp en onherkenbaar verbrand op het slachtveld. Afgebeuld tot de dood worden anderen verwerkt tot render: vleespap om de legers van de Meesters te voeden. Met hun vrijheid, individualiteit en menselijkheid ontnomen zijn de Sarlar de ultieme underdogs van het verhaal, en de met bloedige letters geschreven verontwaardiging vindt zijn oorsprong in de jeugd van de schrijver.

Pinto’s familie vond met de emigratie het geluk niet. “We hadden weinig vrienden, kenden geen andere emigranten, en kwamen overal in aanraking met racisme. De onwetendheid in Groot Britannie was zo groot dat met aannam dat Portugal in Afrika of in het Carribisch gebied lag, en ook werden we voor Pakistaniers of Turken aangezien. Ik ondervond dat de aanvankelijke openheid van de andere kinderen omsloeg in vooroordelen naarmate ze ouder werden. Ik groeide ik abnormaal dicht naar mijn ouders toe, en hun pijn en verdriet leidde me naar behoorlijk duistere plaatsen.”
In zijn pubertijd ontdekte Pinto zijn homoseksuele geaardheid, en dat maakte het leven er voor hem niet gemakkelijker op. In Schotland was homoseksualiteit nog niet gelegaliseerd, en een cultuur waarin homo’s alleen zichtbaar waren als negatieve stereotypen bood hem geen rolpatronen of steun.

Pinto maakte de interessante keuze om de hoofdpersoon van zijn boeken, Carnelian, op z’n minst nominaal te identificeren met de onderdrukkers. Carnelian is één van de Meesters, en is geboren in de dominante cultuur van de Gekozenen – een complexe, op slavenij gebouwde beschaving met intriges die niet onderdoen voor die van Caligula’s Rome. Carnelian keert zich af van de privileges van de Meesters en sluit zich aan bij de onderdrukten, maar vindt zich in een ethisch dilemma zo oud als de politiek zelf: kan hij overleven en zijn invloed aanwenden voor de goede zaak, zonder diegenen die hij probeert te helpen in moeilijkheden te brengen?
Als dit morele dilemma bekend lijkt, dan is dit met opzet:
“Stel je een beschaving voor waarvan het volk achter een ondoordringbare muur leeft, waarbinnen ze een leven leiden van ongelimiteerde privileges, maar gebaseerd op het verkrachten van de wereld buiten die muur – terwijl dat leed wordt afgeschermd door diezelfde muur. Dat is de relatie die het Westen heeft met de Derde Wereld, en in de Stone Dance heb ik die relatie gemythologiseerd.

Als materialistische Westerners op grotere schaal, creëerden de Meesters hun utopie door de wereld te veranderen in een dystopie voor diegenen die worden uitgebuit.
“Utopieen en dystopieen – en de grenzen daartussen – hebben me al zo lang geboeid, vanaf dat ik een kind was, dat ik me nauwelijks van ze bewust ben als gescheiden categorieën. Ze zijn een fundamenteel deel van de wereld waarin ik leef. Wat, uiteindelijk, is een maatschappij, elke groep mensen, elke familie, dan een dystopie en een utopie, die in elkaar opgaan; een emotioneel landschap waarop de zon schijnt, maar waar soms een donkere wolk zijn schaduw slaat?”

Deze thematiek reflecteert veel van de periode waarin het werd geschreven. De oorsprong van de trilogie ligt in Pinto’s studententijd, die samenging met een globale beweging tegen de Apartheid. “Om maar te zwijgen van Pol Pot, de genocide in Rwanda – en dan is er nog die hele erfenis van de Tweede Wereldoorlog en de gaskamers.” Pinto vraagt zich af of een boek kan worden geschreven dat zijn tijd niet reflecteert.

Ik merk op dat zijn boek, waarin de maatschappij van de Gekozenen op de rand van een revolutie staat, wordt uitgebracht net nu onze eigen maatschappij struikelt aan het eind van de economische groei van de laatste tien jaar. Hij grijnst in herkenning, maar “het keerpunt dat ik in gedachten had was dat van de globale opwarming, het verwoesten van de eco-systemen en de explosie van de bevolkingsgroei. Ik denk dat de recente ineenstorting van de economie daar een deel van uitmaakt, dus, ja – het is significant.”

Is de wereld er op vooruit of achteruit gegaan sinds Pinto begon met zijn trilogie?
“Het is een tegelijkertijd een betere en een slechtere wereld; we boekten vooruitgang op vele fronten, maar hebben nog steeds het idee dat, omdat een je een persoon van de rand af kunt praten of kunt overtuigen om zijn pistool neer te leggen, de planeet vatbaar is voor dezelfde overtuigingskracht. Maar de Aarde is geen persoon, en is niet op die manier te overreden.”

Eén van de overtuigendste argumenten voor sociale gelijkheid is impliciet: de relatie die Carnelian begint met een andere jonge edelman, een bond met een gepassioneerde botsing van ideologieen, is een cruciaal aspect van de emotionele rode draad in de trilogie.
In een eerder interview deed Pinto Carnelian’s geaardheid af als een logisch gevolg van de grotere beschikbaarheid van mannen, en niet van aangeboren orientatie. Was hij bang dat zijn trilogie door de seksuele geaardheid van zijn hoofdpersoon een zeker stempel opgedrukt zou krijgen, of erger, zou worden gezien als controversieel?
“Ik was er huiverig voor dat dit aspect mensen in staat zou stellen om het boek af te wijzen, dat het zou worden gezien als een boek voor homo’s. Maar dat is niet gebeurd. Desondanks hou ik niet van het opleggen van eigentijdse culturele normen en waarden op een plaats en maatschappij die in zoveel aspecten anders dan de onze is. Uiteindelijk gaat het in de Stone Dance om de diepere waarheden in het menselijke bestaan, en deze waarheden zijn niet afhankelijk van geslacht, en zeker niet van seksuele voorkeur.”

Pinto’s boeken zijn deels een middel voor de auteur om zich te ontdoen van zijn innerlijke demonen, en blijkt dat ze ook louterend voor lezers zijn geweest. Maar had hij de specifieke behoefte om de homoseksuele lezers te bereiken?
“Dit is het boek dat ik had willen lezen toen ik zelf jong was, en ik bevestiging voor mijn geaardheid moest vinden in Homerus’ Ilias. Ik dacht zeker aan een jong, gay publiek, voor wie ik hoopte dat de Stone Dance emotionele ondersteuning zou bieden. Ik ben blij dat dit ook inderdaad het geval is geweest; ik heb van vernam van veel homo’s dat de boeken belangrijk voor ze zijn. En dat in de context van een boek dat niet exclusief is geschreven voor homoseksuele lezers.

Hij is trots op de diversiteit van zijn publiek, en wijst op het verschil in leeftijd dat tot uitdrukking uit de brieven die hij ontving van 12 jaar oude fans en van 80-jarigen. Maar voor mij suggereert niet zo zeer een universele aantrekkingskracht van zijn boeken, maar dat mensen die betrokken zijn met de wereld te vinden zijn in alle leeftijdsgroepen. De wereld is beschadigd, en Pinto’s boodschap is dat zullen moeten vechten voor verandering, ondanks de slechte vooruitzichten. Mensen die Fantasy louter zien als ontsnappingslectuur zullen misschien niet willen luisteren naar zo’n boodschap.

En het is ook niet zonder dubbelzinnigheid. Als Pinto de werklui die zijn hek komen repareren verwelkomt, komt de ironie van zijn eerdere opmerking over muren naar boven. Want hij, zoals ieder van ons, is een Meester, een Westerling, met alle verantwoordelijk en schuld van dien. Pinto verliest die waarheid echter nooit uit het oog, en is vastbesloten om het ons, waar zijn leven en schrijven hem ook leiden,niet al te comfortabel te maken achter onze muren.

happy new year!

well, I’ve been meaning to wish you all a happy new year for quite a while now – and I was even going to wish you a happy Christmas too, but what with the endless snow and associated dramas, that never happened. Not that I am really complaining about the snow – I love it! and it was to experience the seasons more fully that was one of the main reasons I moved out into the country.

I am not sure how the blogging is going to go over the next few weeks because I am nearing the end of the research phase of my new book. I am going to ‘try’ to write it quickly (no titters please! :O) ) and this means I might find it hard to spare the time to write here, but we shall see.

Finally, you might like to read the mention made of The Third God here (scroll down to David McWilliam).

Keine deutsche Ausgabe

(kindly translated for me by Michael Eckstorm)

Geposted am Mittwoch, den 18. November 2009 um 9:05

Enttäuschenderweise hat der Verlag Klett-Cotta beschlossen, keine deutsche Ausgabe von The Third God zu veröffentlichen. Ich kann nur vermuten, dass es daran liegt, dass das Buch erst mit so langer Verzögerung erschienen ist. Es tut mir nicht leid, dass ich mir die Zeit genommen habe, die ich zum Schreiben von The Stone Dance brauchte. Doch weil ich es war, der dies so beschlossen hat, und keine künstlerischen Kompromisse eingehen wollte, kann ich mich nun nicht über diese Auswirkungen kommerzieller Natur beschweren …

Ich bin allerdings sehr traurig darüber, dass meine deutschsprachigen Leser nicht in der Lage sein werden, das Buch in ihrer Muttersprache zu lesen. Meine Agenten und ich suchen gegenwärtig nach einem anderen deutschen Verlag …

Ricardo Pintos »The Third God« nicht mehr bei Klett-Cotta | Wetterspitze | Fantasy Blog sagt:
November 26, 2009 at 8:57 pm
[…] suchen Ricardo Pintos Agenten und der Autor nach einem neuen deutschen Verlag für das Buch. Ganz schlecht scheinen mir die Chancen dafür nicht. Denn ein neuer Verlag könnte […]

ricardo sagt:
27. November 2009 um 10:12

hier ist der Link … Ich habe ihn an meine Agenten geschickt. Wenn es hier irgendwen aus Deutschland gibt, der uns dabei helfen kann, einen deutschen Verleger für die Bücher zu finden, dann wäre ich dafür äußerst dankbar. Was mir am meisten zu schaffen macht, ist, dass meine deutschsprachigen Leser das dritte Buch nun nicht auf Deutsch werden lesen können …

christmas shopping

I hate Christmas – particularly having to shop. When I explained this to a friend, he accused me of being a Scrooge. I explained that I REALLY don’t shop. I buy books, CDs, food, necessary kit (especially Apple computers *grin*) – and that’s about it. I DON’T shop!! Really! If all the people out there shopped as I do, the whole edifice of the consumer society would come crashing down… A consequence of this is that I simply don’t even know where the shops are – or what they have to sell.

So, you see, I HATE going into shops for myself – never mind going in to buy stuff for other people – stuff I don’t know if they want – stuff that I am feeling compelled to buy only because it is required of me by a ritual that I do not feel belongs to me at all.

Don’t get me wrong, it’s not about money. I would be delighted to invite the world and his cat and dog to sit around a bonfire and eat food I had cooked, supplying copious quantities of alcohol of any kind – and to celebrate what I feel I want to celebrate at this time of year – the winter solstice.

but I DO NOTTTTT SHOPPPPP!!!!

PS. bah, humbug!

ebook versions of the Stone Dance?

Christo Taylor-Davies has asked me where he could obtain ebook versions of my books. As it happens, I had just been discussing this issue with my agent.

Way back in 1996, as I was signing my first contract for the Stone Dance books, I had a notion to make a fuss about the ebook rights (they were subsumed under some other category then) because I already had a notion that ‘soon’ ebooks would become a reality. I didn’t – because, at the time, it seemed nit-picking… As a consequence these rights were given willy-nilly to everyone. So that, for example, the UK and US both got rights to an English language ebook version for their ‘own territories’ (incidentally, these are, for the US = the US and Philippines, for the UK = the rest of the world – an interesting vestige of the British Empire, I think). Of course, the internet is a single, indivisible territory – so that I’m not sure it makes any real sense to have two different publishers having English language rights.

Anyway, what’s happening now is that the ebook ‘revolution’ seems on the verge of breaking loose and publishers everywhere are scrabbling around trying to be ready for it. This means that everything is in a great confusion… and that, thus, I have no idea at present as to when proper ebook editions of my books are going to appear. Soon I hope. You can be sure that I will announce such editions here the moment that I hear of any.

no German edition

Disappointingly, Klett-Cotta have decided not to publish a German edition of The Third God. I can only assume that this is because the book was so late. I am not apologetic about having taken as long as I did to write the Stone Dance, but since it was I who chose to do so without compromising its artistic integrity, I cannot complain about these commercial consequences.

I am of course saddened that my German readers will not be able to read the book for now in their own language. My agents and I are seeking another German publisher.

hardbacks…

According to Simon my editor, hardbacks are quickly becoming a thing of the past… It is only in the genres (fantasy specifically, apparently) that hardbacks still sell at all. The Third God seems to be part of this trend. 3000 were printed by Transworld, and there are 600 or so left. 1000 of them have sold outside the UK. Simon told me that most ‘mainstream’ authors are lucky if they sell 500 hardbacks. Most only sell 200. So I am really rather pleased…

In spite of my belief in the coming benefits of ebooks, I will be rather sad if (and when) the hardback dies… It is still the culmination of more than 1600 years of the paper book as a device…

life drawing

Yesterday I began life drawing classes with my friend Adrian Smith. As you can see (if you follow the link) he is already a most accomplished artist. His reason for going is that “you can always learn more”: my reason might not seem so obvious – I am trying to loosen my method of working.

My method for writing the Stone Dance was VERY intensive. Besides, it is hard, when one grips on to something that tightly, to let go. Now that I’m working on something new, there is an ever present danger that I will slip back into my old (a decade long!) way of thinking. I judged that to assault this frontally was just likely to make my ‘habituation’ dig in… I don’t have separate compartments in my head for writing, drawing, or anything else creative – it forms a fluid oneness… Thus, by loosening up my drawing, I believe I am performing an outflanking manoeuvre on myself… that will free up my writing.

Subscribe to my Newsletter